Wat is hij onwaarschijnlijk goed! Ik heb het natuurlijk over Sven Kramer. Waar Jan Bos er bij de sprinters bovenuit steekt, is Kramer dé man op de allround-afstanden. Hij won dit weekend de 1500, 5000 en 10.000 meter. En wat lijkt het makkelijk te gaan bij de pas twintigjarige schaatser.
Op de afsluitende tien kilometer pakte hij maar liefst zeven seconden op de nummer twee, Carl Verheijen. Carl was zijn directe tegenstander en hoewel hij lang bij Kramer in de buurt bleef, kon hij het geen moment echt spannend maken.
Toch waren de overwinningen van Kramer op de lange afstanden geen echte verrassing. Hij heeft niet voor niets de wereldrecords op de vijf en de tien kilometer in zijn bezit. Nee, het meest onder de indruk was ik van zijn 1500 meter-winst. Vorig jaar liet Kramer al zien dat hij de mijl goed kan rijden, maar nu reed hij alle specialisten naar huis. Ook zijn tijd, 1.50,96 (ruim een halve seconde sneller dan de nummer twee, Simon Kuipers), mocht er zijn. Kleine kanttekening: het ijs van Assen was echt allroundersijs. Zwaar ijs, waarop de sprinters het moeilijk hadden.
Naast zijn drie nationale titels, ben ik onder de indruk van het zelfvertrouwen van de TVM-schaatser. Geen moment lijkt hij zelf te weten dat hij nog zo ontzettend jong is en dat zijn concurrenten zoveel meer ervaring hebben, zowel in de wedstrijd als in trainingsjaren. Sven wint, maar is zeker niet altijd tevreden. Want –en dat maakt hem een echte topsporter- zodra hij gewonnen heeft, vergelijkt hij zich al niet meer met zijn tegenstanders op de baan. Nee, dan denkt hij aan de internationale concurrentie. Aan Davis en Hedrick en Fabris. Ik ben benieuwd naar de eerste World Cup volgende week!
Lees ook:Ted-Jan Bloemen Olympisch kampioen 10 kilometer
Lees ook:Loting 10000 meter PyeongChang 2018
Lees ook:Roest vervangt Verweij op ploegenachtervolging
Lees ook:Ter Mors snelt naar Olympisch goud op 1000 meter
Lees ook:Jillert Anema en matchfixing: bad timing!
zo vader zo zoon…..
De friese nuchterheid kan een mens ver brengen